Wanneer je baas overweegt om je dienstverband te beëindigen, zijn er belangrijke dingen om te begrijpen. 

In de meeste gevallen heb je recht op een soort uitkering genaamd WW na je ontslag. Maar meestal krijg je geen WW als je zelf besluit te stoppen met werken, als het ontslag aan jouw gedrag ligt, of als je instemt met ontslag terwijl je ziek bent.

Ontslag met overeenstemming of goedkeuring:

Als je werkgever van plan is om je te ontslaan, kun je ermee akkoord gaan om te vertrekken. Er vindt dan geen officiële procedure plaats via bijvoorbeeld het UWV of de rechtbank. Jouw medewerking heeft geen invloed op je recht op WW. 

Er zijn twee manieren waarop je kunt vertrekken:

  1. Ontslag met wederzijdse overeenstemming: Jij en je werkgever maken samen afspraken over een mogelijke ontslagvergoeding en leggen dit vast in een overeenkomst. Je krijgt geen transitievergoeding.
  2. Instemming voor ontslag: Dit is een eenzijdige beëindiging door je werkgever. Je moet schriftelijk akkoord gaan met dit voorstel. In dit geval heb je recht op een wettelijke transitievergoeding.

Belangrijke kenmerken van ontslag met wederzijdse overeenstemming:

  •  Je werkgever stelt voor om het dienstverband te beëindigen, zodat je mogelijk in aanmerking komt voor WW.
  •  Zowel jij als je werkgever zijn het eens over het ontslag; jullie willen beiden dat het dienstverband wordt beëindigd.
  •  Je komt overeen hoe het financieel wordt afgehandeld. Let op: je ontvangt geen standaard vergoeding. Je onderhandelt zelf over een eventuele financiële vergoeding.
  •  Je bent niet ziek; als je instemt met ontslag terwijl je ziek bent, kan dit gevolgen hebben voor je uitkering.

Bij ontslag met wederzijdse overeenstemming worden alle afspraken schriftelijk vastgelegd in een overeenkomst. Dit heet een vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst. Deze overeenkomst bevat het bewijs van de gemaakte afspraken. Als je voldoet aan de voorwaarden voor WW, kun je deze bij het UWV  aanvragen na het vertrekken met wederzijdse overeenstemming. 

Opzegtermijn

Jij en je werkgever mogen bij een ontslag met wederzijds goedvinden zelf de opzegtermijn bepalen. Het is belangrijk dat je werkgever rekening houdt met de tijd die het duurt voordat je echt stopt met werken. Als dit niet gebeurt, kan het invloed hebben op de startdatum van je WW-uitkering, omdat het UWV uitgaat van de fictieve opzegtermijn.

 

Bijvoorbeeld: Wanneer de wettelijke opzegtermijn een maand is en jij en je werkgever spreken af dat je per direct stopt, dan heb je een maand geen recht op een WW-uitkering waardoor je geen inkomen hebt. Het UWV houdt namelijk wel rekening met de opzegtermijn van één maand. 

Let daarom goed op. Als op jou een dubbele opzegtermijn van toepassing is kun je een aantal maanden zonder inkomen zitten.

Bedenktermijn

Je hebt het recht om binnen twee weken na ondertekening van de overeenkomst van gedachten te veranderen en de overeenkomst ongedaan te maken. Heeft je werkgever je niet geïnformeerd over de bedenktermijn van twee weken? Dan heb je een bedenktermijn van drie weken.

In de overeenkomst moeten in ieder geval de volgende zaken staan:

  •  Jouw en je werkgevers naam en adres.
  •  Het voorstel van je werkgever voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst en de reden hiervoor.
  •  De bevestiging dat er geen dringende reden voor het ontslag is.
  •  De vermelding dat het gaat om een beëindiging met wederzijdse overeenstemming.
  •  De datum waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, rekening houdend met de tijd die het kost om te stoppen.
  •  De datum van de laatste betaling.
  • de transitievergoeding
  •  De plaats en datum van ondertekening door jou en je werkgever.

Het is verstandig om de vaststellingsovereenkomst goed te laten beoordelen. Na de bedenktermijn kun je namelijk niet zomaar op de afspraken terugkomen.

 

Veelgestelde vragen

Geen veelgestelde vragen voor dit artikel